Hallo Suzanne,
Ik begrijp je vraag en helaas is er geen eenduidig antwoord op te geven.
Om je toch verder op weg te helpen grijp ik voor het antwoord op je vraag daarom even terug op een antwoord dat wordt gegeven bij de FAQ: âHoe beoordeel ik bij dagopvang of een groepsruimte afzonderlijk is bij een groepsruimte met halve deuren of muren?â Hierin is namelijk informatie opgenomen die ook op jouw vraag van toepassing is:
Het is aan de toezichthouder om per situatie te beoordelen of een binnenruimte in de dagopvang voldoet aan de kwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang en onderliggende regelgeving. Het Besluit kwaliteit kinderopvang gebruikt voor dagopvang de woorden âafzonderlijke vaste groepsruimteâ âbinnenruimteâ en âbinnenspeelruimteâ.
Achtergrond-denklijn:
Op de situatie en doel regelgeving toegespitste afweging
De toezichthouder moet beoordelen en de houder moet aantonen of sprake is van een afzonderlijke vaste ruimte. Gezien de regeltekst moet de groepsruimte gelegenheid bieden dat de stam/basisgroep er ‘afgezonderd’ kan verblijven en dat er sprake is van een en dezelfde ruimte. Per situatie kan verschillen of daaraan wordt voldaan. Een halve deur of een niet volledig tot het plafond opgetrokken muur in een verder volledig ter beschikking staande omgeving hoeft niet een belemmering te zijn om te spreken van een afzonderlijke ruimte. Anderzijds kan een ruimte waar bijvoorbeeld permanent geluidoverlast is van een naastgelegen ruimte mogelijk wel worden gezien als niet afzonderlijk. Gezien de overige kwaliteitseisen die gesteld worden aan o.a. stabiliteit, groepsgrootte en de invulling van de pedagogische doelstellingen, moet de afzonderlijkheid van de ruimte op zijn minst ondersteunend zijn aan het behalen van de overige doelen.
Afzonderlijkheid slaapruimte
Mogelijk kan, als denklijn, bij het tot stand komen van de beoordeling of in voldoende mate voldaan wordt aan het begrip ‘afzonderlijk’ bij de groepsruimte, een vergelijking gemaakt worden met de interpretatie van het begrip ‘afzonderlijk’ bij de beoordeling van de afzonderlijkheid van de slaapruimte.
Jurisprudentie
Er is jurisprudentie bekend m.b.t. een beoordeling van half-hoge muren tussen twee groepsruimtes waarbij de rechter oordeelt dat een muurtje van 1.50 m hoogte feitelijk niet kan worden beoordeeld als afzonderlijke ruimte (uitspraak rechtszaak hieronder bij punt 4.5). Helaas staat er nog niet wat precies wél kan worden beoordeeld als afzonderlijk. Zolang dat niet duidelijk is zal de toezichthouder dus zelf moeten beoordelen of is verdergaande rechtspraak nodig om het begrip verder te verhelderen.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0802 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0802)
Kortom:
Het is dus aan de toezichthouder om te beoordelen of er bij het kinderdagverblijf wordt voldaan aan de opvang van de stamgroep in een afzonderlijke stamgroepsruimte. Het begrip afzonderlijk is niet geheel duidelijk gedefinieerd in de wet- en regelgeving. Om je toch een beetje een richting of wat houvast te geven kan een toezichthouder kijken naar Artikel 1.50 Wet kinderopvang (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0017017&hoofdstuk=1&afdeling=3¶graaf=2&artikel=1.50&z=2023-01-01&g=2023-01-01)lid 1 en 2, in samenhang met art 10 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang: Artikel 10 Besluit kwaliteit kinderopvang (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0039936&hoofdstuk=2¶graaf=1&artikel=10&z=2021-07-01&g=2021-07-01). Hierin zijn verschillende voorbeelden opgenomen waaraan de houder in ieder geval aantoonbaar aandacht moet besteden om verantwoorde kinderopvang te bieden. Daarbij kan gedacht worden, in samenhang, aan: het dagritme, herkenbaarheid van personen, de werkwijze, hoe de werkwijze is opgenomen in het pedagogisch beleid, de accommodatie en de inrichting van de ruimte.
Om een beoordeling te kunnen geven is het belangrijk om de dialoog met de houder aan te gaan. Voorbeeldvragen die je daarbij zouden kunnen helpen zijn:
o Hoe vaak komt het gedurende een dag voor dat er een groep kinderen, of individuele personen, de groep van het kinderdagverblijf gebruiken om naar binnen of buiten te gaan?
o Mogen de kinderen van de bso op vaste tijden naar buiten of wanneer zij dit maar willen of als het zo uitkomt? (Let er hierbij ook op dat de kinderen van de bso in principe moeten beschikken over een toegankelijke buitenruimte)
o Is er een dagritme?
o Hoe draagt de houder er zorg voor dat de kinderen van het kinderdagverblijf niet telkens worden gestoord in hun spel? Of dat de kinderen van de bso beschikking hebben over een toegankelijke buitenruimte?
o Zijn de kinderen van het kinderdagverblijf bekend met de personen die de groep gebruiken als verkeersruimte naar de buitenruimte?
o Is de werkwijze opgenomen en beschreven in het pedagogisch beleid?
o Van welke grootte is de ruimte? Is de ruimte bijvoorbeeld zodanig ruim van aard of ingericht dat het niet storend is als de kinderen van een andere groep deze doorkruisen? Of is de ruimte niet zo ruim en worden de kinderen van het kinderdagverblijf tijdens hun spel of activiteiten gestoord wanneer anderen de groep doorkruisen?
o Etc. De afzonderlijkheid van de ruimte moet op zijn minst ondersteunend zijn aan het behalen van de overige kwaliteitseisen, zoals o.a. de invulling van de pedagogische doelstellingen.
Heb ik je zo een beetje verder geholpen?
Met vriendelijke groet,
Renate van Lith
Helpdesk kinderopvang
Mobiel: 06-81343811
Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)
Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)
> Van: Suzanne Pechler van Nispen
>Datum: 22/05/2023 14:16
>Aan: “helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl”
>Onderwerp: Gebruik stamgroepruimte als doorgang buitenruimte
> Goedemiddag,
>
>
>
>Vraag over buitenruimte KDV.
>
>KDV heeft vier groepen, twee op een begane grond en twee op 1 e etage. Er is aan aangrenzende buitenruimte, gelegen aan het peuterlokaal op de begane grond. Alle groepen moeten door deze ruimte om naar de buitenruimte te komen. Niet alleen geeft de betreffende groep aan dat het storend is, volgens mij mag dit wettelijk gezien ook niet. Alleen ik twijfel of dit juist is en welke voorwaarde dit dan betreft.
>
>
>
>Kunnen jullie mij helderheid verschaffen?
>
>
>
>Met vriendelijke groet,
>
>Mw. S. (Suzanne) Pechler- van Nispen | Toezichthouder Kinderopvang
>
>M 06 29656172
>
>Werkdagen: maandagmiddag, dinsdag, donderdag, vrijdag
>
>
>
>GGD Haaglanden
>
>Westeinde 128 | 2512 HE Den Haag
>
>Postbus 16130| 2500 BC Den Haag
>
>
>E suzanne.pechler@ggdhaaglanden.nl (mailto:suzanne.pechler@ggdhaaglanden.nl)
>
>W www.ggdhaaglanden.nl (http://www.ggdhaaglanden.nl/)
>
>
>
>
>
>De disclaimer van toepassing op e-mail van de gemeente Den Haag vindt u op: https://www.denhaag.nl/disclaimer Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.
>
>