Formatieve inzet BOL stagiair

Gesloten

Beste medewerker,

We hebben een vraag gericht op de inzet van een BOL stagiair overeenkomstig artikel 9.6.3 van de cao en het vaststellen en schriftelijk vastleggen van de formatieve inzetbaarheid. We hebben binnen ons team de volgende discussie; waaruit blijkt dat de formatieve inzetbaarheid van een BOL stagiair schriftelijk vastgelegd moet worden op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider?

De voorwaarde die wij toetsen is;
“De inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs geschiedt overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang. Bij het bepalen van de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden.”

In de cao tekst bij artikel 9.6.3 lid 2 staat; “In het schema in bijlage 9 staat hoeveel de werkgever de student formatief mag inzetten.”

In bijlage 9 staat dat de wijze van vaststelling opleidingsfase conform de leerjaren is. In fase 2/leerjaar 2 mag een BOL stagiair overeenkomstig de voorwaarden benoemd in artikel 9.6.3 van de cao in lid 1 oplopend 0 tot 100% formatief ingezet worden.

In de vierde kolom in bijlage 9 wordt bij wijze van vaststelling formatieve inzetbaarheid twee termen gebruikt;
-vaststellen;
-en schriftelijk vastleggen.
Er staat; “De werkgever stelt de formatieve inzetbaarheid in fase 1 en fase 2 vast op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider en legt deze schriftelijk vast.”
Geldt dit zowel voor de BOL stagiair die binnen de beroepskracht-kindratio wordt ingezet als de BBL-er?

In de eerste kolom opleidingsfase ontbreekt de BOL stagiair in de formulering en wordt alleen leerjaar BBL of duaal genoemd. Waarom ontbreekt daar de BOL stagiair? Dat maakt het verwarrend en onduidelijk of te tekst in de vierde kolom ook voor de BOL stagiair geldt.
Waaruit blijkt dan dat de formatieve inzet naast dat deze vastgesteld moet worden, ook schriftelijk vastgelegd moet worden op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider?

Met vriendelijke groeten,
Pietrik Schurer
Toezichthouder Kinderopvang en Wmo
GGD Kennemerland

Postbus 5514, 2000 GM Haarlem
pschurer@vrk.nl
06-31944133
www.ggdkennemerland.nl
Werkdagen; maandagmorgen, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

*****DISCLAIMER*****
De informatie verzonden met dit e-mailbericht (en bijlagen) is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en zij die van de geadresseerde(n) toestemming kregen dit bericht te lezen. Gebruik door anderen dan geadresseerde(n) is verboden. De informatie in dit e-mailbericht (en bijlagen) kan vertrouwelijk van aard zijn en kan binnen het bereik vallen van een geheimhoudingsplicht en een verschonings- recht. Externe e-mail wordt door Veiligheidsregio Kennemerland niet gebruikt voor het aangaan van verplichtingen. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.

Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.

Antwoorden

Fred

03-02-20232:23 pm

Hoi Pietrik,

Een lang antwoord. Ik hoop niet te lang. Ik hen ook wat copy+paste ertussen zitten, vandaar.

Kort gezegd:
In de cao staat in 9.6.3 onder lid 2 dat schema bijlage 9 van toepassing is. Duidelijk is dat schema bijlage 9 daarop niet helemaal is ingericht. Inzet van een BOL zou incidenteel moeten plaatsvinden.

Het is niet realistisch voor elk incidentele inzet een schriftelijke verklaring te eisen. Maar er moet over zijn nagedacht en er moet inschatting hebben plaatsgevonden en redelijkerwijs keuzes zijn gedaan. Ik geef overwegingen mee om zo nodig met de houder in gesprek te gaan. De eisen zijn niet in beton gegoten, maar aan de intentie van de wet (Wko art 1.50 lid 1) moet zijn voldaan.

Het is daarbij voorstelbaar dat de houder die overtuigend aandacht besteed aan de mate van (incidentele) inzet van de BOL leerling verschilt van degene die geen idee heeft waar het om gaat bij de incidentele inzet van een BOLâer. Dat nog los van degene die de BOLâer overduidelijk te zwaar belast, te veel inzet en te veel verantwoordelijkheid geeft. Je kan dan schema 9 zeker wel betrekken in de boordeling. Laat de houder maar aantonen op welk manie de belastbaarheid is ingeschat.

Het is uiteindelijk aan de toezichthouder om een indruk te verkrijgen en een beoordeling te doen of die (incidentele) inzet redelijkerwijs conform de Wko plaatsvind. We hoeven daarbij niet perse voor elk leerling tot het gaatje van de cao te gaan, we zijn geen toezichthouder op naleven van de cao en de houder heeft daarvoor ook een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de inzet van leerlingen.

Overwegingen:
Een vraag is hoe en in welk mate hierop toe te zien is. Je moet voorstellen dat de cao partijen wel overeenstemming hebben over de tekst, maar dat er ook veel wordt opengelaten. Daarbij is de cao ook nog een combinatie van arbeidsvoorwaarden en kwalificatievoorwaarden. Die soms moeilijk te scheiden zijn.

Wij zijn niet primair toezichthouder op de cao. Wel verwijst de regelgeving kinderopvang naar de cao. Ik adviseer dat toezicht op de grote lijn uit te voeren en daarbij te beoordelen of de houder in redelijkheid zorgdraagt voor verantwoorde kinderopvang en haar/zijn verantwoordelijkheid neemt conform Wko 1.50 lid 1, wat betreft de voorwaarden voor verantwoorde kinderopvang, en aantoonbaar aandacht besteedt aan âde voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding en stagiairs kunnen worden belast met de verzorging, opvoeding en bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen.â Dit artikel komt terug bij het beoordelen van de inzet van leerlingen en je kan hier altijd op terugvallen.

De inzet van een BOL kan in beginsel uitsluitend in haar vakantie en in geval van ziekte. Logischerwijs moet de inzet nog omzichtiger gebeuren dan dat voor de BIO al het geval is. Daarom ook de beperkingen in cao 9.6.3 zoals alleen tijdens vakantie en bij ziekte, eigen locatie, niet eerste jaar, niet alleen staan, inzet formatief overeenkomstig voorwaarden uit volgens bijlage 9.

In dat licht moet de beperkingen voor inzet, zoals beschreven in bijlage 9 gezien worden. Inzet minstens met de zelfde zorgvuldig als voor een BBL is voorgeschreven. Al staat de BOL in het schema niet expliciet vermeld, er wordt een keus gedaan voor incidentele inzet van een BOLâer, dus voor een jonger en meer onervaren persoon vergeleken met de BBL. Je kan daarom de voorzorgmaatregelen voor BBL minimaal betrekken op de incidentele inzet van een BOL.

Zie daarvoor ook de opmerking in de Nota van toelichting bij tijdelijke verruiming van de inzet van leerlingen (hieronder). Die uitleg op de tijdelijke verruiming van de eis is geschreven op BBL maar geldt onverkort voor de inzet van meer kwetsbare leerlingen zoals de BOL die incidenteel binnen de formatie wordt ingezet.

Voor de inzet van BOLâers gelden beperkingen. De grond voor inzet van BOLâers in de cao is inzet bij vakantie (van de BOL’er) en bij ziekte . En volgens de voorwaarden in cao 9.6.3 en bijlage 9 van de cao. Langdurige inzet lijkt daarmee niet te voldoen aan de beperkingen die in de cao worden gesteld.

Redenering en verdere denklijn redelijkerwijs:

Doel van de beperking in de BOL regeling (cao 9.6.3) lijkt te zijn: De BOLâer is een student en stagiair. In de vakantie (eigen tijd) kan ze betaald invallen, zeg maar vakantiewerk. En bij ziekte kan ze een collega vervangen omdat een bekend gezicht dan beter is dan een vreemde, zoiets. Je denkt dan aan een korte tijd. De student is en blijft stagiaire, daar is haar leerprogramma ook op afgestemd. Ze is jong, zit niet voor niets op de dagopleiding. De FCB benoemt in de Q+A (POK nodig?-ondersteuningsportaal) ook de incidentele aard van de inzet en zegt: “Wat artikel 9.6.3 betreft: dit is juist bedoeld voor incidentele situaties.”. Maar in de cao komt het woordje íncidenteel niet terug. Dat geeft een probleem in een eventuele verdediging als de stelling dat inzet alleen incidenteel mag zijn, ter sprake komt. Dan komt het aan op een inschatting van de toezichthouder. En de beschreven beperkingen in wet en regeluitleg. Die gaat boven de cao.

Mogelijke overwegingen bij de beoordeling:

o Om te beginnen is een BOL’er nog steeds een leerling in de dagschool,
o De definitie vanuit de Wko is : stagiair: degene die een opleiding volgt, waarvan het praktijkdeel een beperkt deel van de totale studieduur is, belast is met werkzaamheden bij de houder ten behoeve van het praktijkdeel van de opleiding en geen beroepskracht in opleiding is;
o De tijd dat de BOLâer wordt ingezet is een beperking van het schoolprogramma dat ze doorloopt
o De houder neemt risico door een nog niet volledig opgeleid persoon in te zetten.
o De BOL’er volgt een programma op school en heeft daarop aansluitende schoolopdrachten
o Is dit niet een meer een praktische dan wel goedkope oplossing om geen (dure) inval in te hoeven zetten?
o Is de inzet zorgvuldig overwogen en begeleid
o Vind inzet plaats conform schema bijlage 9 van de cao Ik adviseer om aan te houden dat de inval bij ziekte in beginsel ook sprake moet zijn van incidentele inzet. En dus tijdens de vakantie en bij ziekte.

Uit de toelichting Regeling wet kinderopvang op de tijdelijke verruiming inzet BIO/BOL

Staatscourant 2021, 50240 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-50240.html#d17e140)

Belangrijk bij deze wijziging is dat er aandacht moet blijven voor de werkdruk van vaste beroepskrachten en voor een gezond opleidingsklimaat. Beroepskrachten in opleiding dienen positief en ondersteunend te worden begeleid. Het moment waarop ze worden ingezet en de verantwoordelijkheid die aan hen wordt gegeven dient passend te zijn bij de fase van de opleiding, zoals dit ook is opgenomen in de CAO kinderopvang. Voorkomen moet worden dat beroepskrachten in opleiding te snel en met te weinig ervaring worden ingezet. Daarbij dient ervoor gezorgd te worden dat beroepskrachten in opleiding enkel alleen op een groep mogen staan wanneer dit overeenkomt met hun formatieve inzetbaarheid conform de cao. Wanneer een beroepskracht in opleiding bijvoorbeeld voor 50 procent formatief kan worden ingezet, mag deze beroepskracht voor 50 procent van zijn of haar aantal contracturen meetellen als beroepskracht binnen de beroepskracht-kindratio. Een beroepskracht in opleiding mag gedurende die tijd alleen op een groep staan.

Met vriendelijke groet,

Fred van der Wal

Helpdesk kinderopvang

Telefoon: 06 81343845

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl (http://helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl)

Twitter : @GGDGHORNL (https://twitter.com/GGDGHORNL)

> Van: Pietrik Schurer
>Datum: 02/03/2023 11:59
>Aan: “‘helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl'”
>Onderwerp: Formatieve inzet BOL stagiair
> Beste medewerker,
>
>
>
>We hebben een vraag gericht op de inzet van een BOL stagiair overeenkomstig artikel 9.6.3 van de cao en het vaststellen en schriftelijk vastleggen van de formatieve inzetbaarheid. We hebben binnen ons team de volgende discussie; waaruit blijkt dat de formatieve inzetbaarheid van een BOL stagiair schriftelijk vastgelegd moet worden op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider?
>
>
>
>De voorwaarde die wij toetsen is;
>
>âDe inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs geschiedt overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang. Bij het bepalen van de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden.â
>
>
>
>In de cao tekst bij artikel 9.6.3 lid 2 staat; âIn het schema in bijlage 9 staat hoeveel de werkgever de student formatief mag inzetten.â
>
>
>
>In bijlage 9 staat dat de wijze van vaststelling opleidingsfase conform de leerjaren is. In fase 2/leerjaar 2 mag een BOL stagiair overeenkomstig de voorwaarden benoemd in artikel 9.6.3 van de cao in lid 1 oplopend 0 tot 100% formatief ingezet worden.
>
>
>
>In de vierde kolom in bijlage 9 wordt bij wijze van vaststelling formatieve inzetbaarheid twee termen gebruikt;
>
>-vaststellen;
>
>-en schriftelijk vastleggen.
>
>Er staat; âDe werkgever stelt de formatieve inzetbaarheid in fase 1 en fase 2 vast op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider en legt deze schriftelijk vast.â
>
>Geldt dit zowel voor de BOL stagiair die binnen de beroepskracht-kindratio wordt ingezet als de BBL-er?
>
>
>
>In de eerste kolom opleidingsfase ontbreekt de BOL stagiair in de formulering en wordt alleen leerjaar BBL of duaal genoemd. Waarom ontbreekt daar de BOL stagiair? Dat maakt het verwarrend en onduidelijk of te tekst in de vierde kolom ook voor de BOL stagiair geldt.
>
>Waaruit blijkt dan dat de formatieve inzet naast dat deze vastgesteld moet worden, ook schriftelijk vastgelegd moet worden op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider?
>
>
>
>Met vriendelijke groeten,
>
>Pietrik Schurer
>
>Toezichthouder Kinderopvang en Wmo
>
>GGD Kennemerland
>
>
>
>Postbus 5514, 2000 GM Haarlem
>
>pschurer@vrk.nl (mailto:pschurer@vrk.nl)
>
>06-31944133
>
>www.ggdkennemerland.nl (http://www.ggdkennemerland.nl/)
>
>Werkdagen; maandagmorgen, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
> *****DISCLAIMER*****
>De informatie verzonden met dit e-mailbericht (en bijlagen) is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en zij die van de geadresseerde(n) toestemming kregen dit bericht te lezen. Gebruik door anderen dan geadresseerde(n) is verboden. De informatie in dit e-mailbericht (en bijlagen) kan vertrouwelijk van aard zijn en kan binnen het bereik vallen van een geheimhoudingsplicht en een verschonings- recht. Externe e-mail wordt door Veiligheidsregio Kennemerland niet gebruikt voor het aangaan van verplichtingen. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend. Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.
>
>

Fred

03-02-20232:31 pm

NPS script

03-02-20232:45 pm

Pietrik Schurer

03-02-20233:54 pm

Hallo Fred,

Dank je wel voor je snelle reactie, heel fijn! Ik ga je reactie lezen en zal deze ook delen met mijn collega’s. Mochten we nog aanvullende vragen hebben dan laat ik je dat weten.

Met vriendelijke groeten,
Pietrik Schurer
Toezichthouder Kinderopvang en Wmo
GGD Kennemerland

Postbus 5514, 2000 GM Haarlem
pschurer@vrk.nl
06-31944133
www.ggdkennemerland.nl
Werkdagen; maandagmorgen, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Van: Helpdesk Kinderopvang
Verzonden: donderdag 2 maart 2023 14:25
Aan: Pietrik Schurer
Onderwerp: (Referentienummer:164667) Formatieve inzet BOL stagiair

U ontvangt niet vaak e-mail van helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl. Meer informatie over waarom dit belangrijk is

Hoi Pietrik,

Een lang antwoord. Ik hoop niet te lang. Ik hen ook wat copy+paste ertussen zitten, vandaar.

Kort gezegd:
In de cao staat in 9.6.3 onder lid 2 dat schema bijlage 9 van toepassing is. Duidelijk is dat schema bijlage 9 daarop niet helemaal is ingericht. Inzet van een BOL zou incidenteel moeten plaatsvinden.

Het is niet realistisch voor elk incidentele inzet een schriftelijke verklaring te eisen. Maar er moet over zijn nagedacht en er moet inschatting hebben plaatsgevonden en redelijkerwijs keuzes zijn gedaan. Ik geef overwegingen mee om zo nodig met de houder in gesprek te gaan. De eisen zijn niet in beton gegoten, maar aan de intentie van de wet (Wko art 1.50 lid 1) moet zijn voldaan.

Het is daarbij voorstelbaar dat de houder die overtuigend aandacht besteed aan de mate van (incidentele) inzet van de BOL leerling verschilt van degene die geen idee heeft waar het om gaat bij de incidentele inzet van een BOL’er. Dat nog los van degene die de BOL’er overduidelijk te zwaar belast, te veel inzet en te veel verantwoordelijkheid geeft. Je kan dan schema 9 zeker wel betrekken in de boordeling. Laat de houder maar aantonen op welk manie de belastbaarheid is ingeschat.

Het is uiteindelijk aan de toezichthouder om een indruk te verkrijgen en een beoordeling te doen of die (incidentele) inzet redelijkerwijs conform de Wko plaatsvind. We hoeven daarbij niet perse voor elk leerling tot het gaatje van de cao te gaan, we zijn geen toezichthouder op naleven van de cao en de houder heeft daarvoor ook een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de inzet van leerlingen.

Overwegingen:
Een vraag is hoe en in welk mate hierop toe te zien is. Je moet voorstellen dat de cao partijen wel overeenstemming hebben over de tekst, maar dat er ook veel wordt opengelaten. Daarbij is de cao ook nog een combinatie van arbeidsvoorwaarden en kwalificatievoorwaarden. Die soms moeilijk te scheiden zijn.

Wij zijn niet primair toezichthouder op de cao. Wel verwijst de regelgeving kinderopvang naar de cao. Ik adviseer dat toezicht op de grote lijn uit te voeren en daarbij te beoordelen of de houder in redelijkheid zorgdraagt voor verantwoorde kinderopvang en haar/zijn verantwoordelijkheid neemt conform Wko 1.50 lid 1, wat betreft de voorwaarden voor verantwoorde kinderopvang, en aantoonbaar aandacht besteedt aan ‘de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding en stagiairs kunnen worden belast met de verzorging, opvoeding en bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen.’ Dit artikel komt terug bij het beoordelen van de inzet van leerlingen en je kan hier altijd op terugvallen.

De inzet van een BOL kan in beginsel uitsluitend in haar vakantie en in geval van ziekte. Logischerwijs moet de inzet nog omzichtiger gebeuren dan dat voor de BIO al het geval is. Daarom ook de beperkingen in cao 9.6.3 zoals alleen tijdens vakantie en bij ziekte, eigen locatie, niet eerste jaar, niet alleen staan, inzet formatief overeenkomstig voorwaarden uit volgens bijlage 9.

In dat licht moet de beperkingen voor inzet, zoals beschreven in bijlage 9 gezien worden. Inzet minstens met de zelfde zorgvuldig als voor een BBL is voorgeschreven. Al staat de BOL in het schema niet expliciet vermeld, er wordt een keus gedaan voor incidentele inzet van een BOL’er, dus voor een jonger en meer onervaren persoon vergeleken met de BBL. Je kan daarom de voorzorgmaatregelen voor BBL minimaal betrekken op de incidentele inzet van een BOL.

Zie daarvoor ook de opmerking in de Nota van toelichting bij tijdelijke verruiming van de inzet van leerlingen (hieronder). Die uitleg op de tijdelijke verruiming van de eis is geschreven op BBL maar geldt onverkort voor de inzet van meer kwetsbare leerlingen zoals de BOL die incidenteel binnen de formatie wordt ingezet.

Voor de inzet van BOL’ers gelden beperkingen. De grond voor inzet van BOL’ers in de cao is inzet bij vakantie (van de BOL’er) en bij ziekte. En volgens de voorwaarden in cao 9.6.3 en bijlage 9 van de cao. Langdurige inzet lijkt daarmee niet te voldoen aan de beperkingen die in de cao worden gesteld.

Redenering en verdere denklijn redelijkerwijs:

Doel van de beperking in de BOL regeling (cao 9.6.3) lijkt te zijn: De BOL’er is een student en stagiair. In de vakantie (eigen tijd) kan ze betaald invallen, zeg maar vakantiewerk. En bij ziekte kan ze een collega vervangen omdat een bekend gezicht dan beter is dan een vreemde, zoiets. Je denkt dan aan een korte tijd. De student is en blijft stagiaire, daar is haar leerprogramma ook op afgestemd. Ze is jong, zit niet voor niets op de dagopleiding. De FCB benoemt in de Q+A (POK nodig?-ondersteuningsportaal) ook de incidentele aard van de inzet en zegt: “Wat artikel 9.6.3 betreft: dit is juist bedoeld voor incidentele situaties.”. Maar in de cao komt het woordje íncidenteel niet terug. Dat geeft een probleem in een eventuele verdediging als de stelling dat inzet alleen incidenteel mag zijn, ter sprake komt. Dan komt het aan op een inschatting van de toezichthouder. En de beschreven beperkingen in wet en regeluitleg. Die gaat boven de cao.

Mogelijke overwegingen bij de beoordeling:

* Om te beginnen is een BOL’er nog steeds een leerling in de dagschool,
* De definitie vanuit de Wko is : stagiair: degene die een opleiding volgt, waarvan het praktijkdeel een beperkt deel van de totale studieduur is, belast is met werkzaamheden bij de houder ten behoeve van het praktijkdeel van de opleiding en geen beroepskracht in opleiding is;
* De tijd dat de BOL’er wordt ingezet is een beperking van het schoolprogramma dat ze doorloopt
* De houder neemt risico door een nog niet volledig opgeleid persoon in te zetten.
* De BOL’er volgt een programma op school en heeft daarop aansluitende schoolopdrachten
* Is dit niet een meer een praktische dan wel goedkope oplossing om geen (dure) inval in te hoeven zetten?
* Is de inzet zorgvuldig overwogen en begeleid
* Vind inzet plaats conform schema bijlage 9 van de cao

Ik adviseer om aan te houden dat de inval bij ziekte in beginsel ook sprake moet zijn van incidentele inzet. En dus tijdens de vakantie en bij ziekte.

Uit de toelichting Regeling wet kinderopvang op de tijdelijke verruiming inzet BIO/BOL

Staatscourant 2021, 50240 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

Belangrijk bij deze wijziging is dat er aandacht moet blijven voor de werkdruk van vaste beroepskrachten en voor een gezond opleidingsklimaat. Beroepskrachten in opleiding dienen positief en ondersteunend te worden begeleid. Het moment waarop ze worden ingezet en de verantwoordelijkheid die aan hen wordt gegeven dient passend te zijn bij de fase van de opleiding, zoals dit ook is opgenomen in de CAO kinderopvang. Voorkomen moet worden dat beroepskrachten in opleiding te snel en met te weinig ervaring worden ingezet. Daarbij dient ervoor gezorgd te worden dat beroepskrachten in opleiding enkel alleen op een groep mogen staan wanneer dit overeenkomt met hun formatieve inzetbaarheid conform de cao. Wanneer een beroepskracht in opleiding bijvoorbeeld voor 50 procent formatief kan worden ingezet, mag deze beroepskracht voor 50 procent van zijn of haar aantal contracturen meetellen als beroepskracht binnen de beroepskracht-kindratio. Een beroepskracht in opleiding mag gedurende die tijd alleen op een groep staan.

Met vriendelijke groet,
Fred van der Wal

Helpdesk kinderopvang
[cid:image001.png@01D94D1C.63D66BC0]

Telefoon: 06 81343845

Email: helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl

Twitter : @GGDGHORNL

Van: Pietrik Schurer >
Datum: 02/03/2023 11:59
Aan: “‘helpdeskkinderopvang@ggdghor.nl'” >
Onderwerp: Formatieve inzet BOL stagiair

Beste medewerker,

We hebben een vraag gericht op de inzet van een BOL stagiair overeenkomstig artikel 9.6.3 van de cao en het vaststellen en schriftelijk vastleggen van de formatieve inzetbaarheid. We hebben binnen ons team de volgende discussie; waaruit blijkt dat de formatieve inzetbaarheid van een BOL stagiair schriftelijk vastgelegd moet worden op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider?

De voorwaarde die wij toetsen is;
“De inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs geschiedt overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang. Bij het bepalen van de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden.”

In de cao tekst bij artikel 9.6.3 lid 2 staat; “In het schema in bijlage 9 staat hoeveel de werkgever de student formatief mag inzetten.”

In bijlage 9 staat dat de wijze van vaststelling opleidingsfase conform de leerjaren is. In fase 2/leerjaar 2 mag een BOL stagiair overeenkomstig de voorwaarden benoemd in artikel 9.6.3 van de cao in lid 1 oplopend 0 tot 100% formatief ingezet worden.

In de vierde kolom in bijlage 9 wordt bij wijze van vaststelling formatieve inzetbaarheid twee termen gebruikt;
-vaststellen;
-en schriftelijk vastleggen.
Er staat; “De werkgever stelt de formatieve inzetbaarheid in fase 1 en fase 2 vast op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider en legt deze schriftelijk vast.”
Geldt dit zowel voor de BOL stagiair die binnen de beroepskracht-kindratio wordt ingezet als de BBL-er?

In de eerste kolom opleidingsfase ontbreekt de BOL stagiair in de formulering en wordt alleen leerjaar BBL of duaal genoemd. Waarom ontbreekt daar de BOL stagiair? Dat maakt het verwarrend en onduidelijk of te tekst in de vierde kolom ook voor de BOL stagiair geldt.
Waaruit blijkt dan dat de formatieve inzet naast dat deze vastgesteld moet worden, ook schriftelijk vastgelegd moet worden op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider?

Met vriendelijke groeten,
Pietrik Schurer
Toezichthouder Kinderopvang en Wmo
GGD Kennemerland

Postbus 5514, 2000 GM Haarlem
pschurer@vrk.nl
06-31944133
www.ggdkennemerland.nl
Werkdagen; maandagmorgen, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

*****DISCLAIMER*****
De informatie verzonden met dit e-mailbericht (en bijlagen) is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde(n) en zij die van de geadresseerde(n) toestemming kregen dit bericht te lezen. Gebruik door anderen dan geadresseerde(n) is verboden. De informatie in dit e-mailbericht (en bijlagen) kan vertrouwelijk van aard zijn en kan binnen het bereik vallen van een geheimhoudingsplicht en een verschonings- recht. Externe e-mail wordt door Veiligheidsregio Kennemerland niet gebruikt voor het aangaan van verplichtingen. Aan de inhoud van dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.

Dit bericht is uitsluitend bestemd voor de geadresseerde. Het bericht kan vertrouwelijke informatie bevatten. Als u dit bericht per abuis hebt ontvangen, wordt u verzocht het te vernietigen en de afzender te informeren. GGD GHOR Nederland is niet aansprakelijk voor onjuiste en onvolledige overbrenging van de inhoud van een verzonden e-mail bericht, of een te late ontvangst daarvan.