Beoordelen pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleid Gewijzigd: 15 februari 2024

Welke eisen gelden er voor de vormgeving en borging van het pedagogisch beleid?

Op grond van de Wet Kinderopvang moet een houder ‘pedagogisch beleid’ voeren, dat redelijkerwijs leidt tot verantwoorde kinderopvang.
Op grond van het
Besluit kwaliteit kinderopvang moet elk kindercentrum beschikken over een ‘pedagogisch beleidsplan’. Voor gastouderopvang (GOO) is dat geregeld in Besluit en Regeling kwaliteit gastbureaus etc.). In het besluit is aangegeven welke onderwerpen minimaal in het pedagogisch beleidsplan moeten staan beschreven. Ook is bepaald dat in de praktijk gehandeld moet worden volgens het pedagogisch beleidsplan.  

Het is dus niet alleen de bedoeling dat er voor elke locatie een pedagogisch beleid is, het moet ook een planmatige vorm hebben en er moet naar gehandeld worden.   

 

Hoewel er in het besluit (GOO:besluit/regeling) geen vormvereisten zijn gesteld aan het pedagogisch beleidsplan, moet het voor toezichthouders, pedagogisch medewerkers en de ouders wel duidelijk zijn wat tot ‘het pedagogisch beleid’ van de houder behoort. Een pedagogisch beleidsplan kan bestaan uit verschillende documenten. Een hoeveelheid van verschillende documenten mag er echter niet toe leiden dat het niet duidelijk is welke stukken tot het pedagogisch beleidsplan behoren.
Eventuele ‘extra stukken’ of bijlages moeten daarom duidelijk zijn beschreven binnen één beleidsdocument. Dat kan met een verwijzing naar een apart document en/of door een document als bijlage toe te voegen aan het document waarin het pedagogisch beleid is uitgeschreven.  

Uiteraard hoeft het document waarin het pedagogisch beleid is beschreven niet per se pedagogisch beleid(splan) te heten, het mag bijvoorbeeld ook pedagogische kaders of opvoedkundig beleid heten. 
 

Relevante wet- en regelgeving 

Dagopvang en buitenschoolse opvang
Wet kinderopvang, artikel 1.50 lid 1 en lid 2 onder g 
Wet kinderopvang, artikel 1.54
Besluit kwaliteit kinderopvang, artikel 3 (en artikel 12 voor BSO)  

 

Gastouderopvang

Wet kinderopvang 1.56 lid 1 en 2 voor GOB en 1.56b, lid 1 en lid 2 onder f voor VGO 

Wet kinderopvang, artikel 1.54a

Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, artikel 11 (GOB) en 16 (VGO)
Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, artikel 12a 

Dit antwoord is door GGD GHOR Nederland in augustus 2019 afgestemd met VNG.