Wat is de definitie van buitenruimte voor de buitenschoolse opvang?
Het voorschrift luidt: Een kindercentrum beschikt over ten minste 3 m2 vaste buitenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De tekst regelt dat:
- De oppervlakte van de buitenspeelruimte minimaal overeen moet komen met de benodigde oppervlakte voor het totaal van de aanwezige kinderen.
Dat hoeft dus niet noodzakelijkerwijs het geregistreerde aantal kindplaatsen te zijn. De eis geldt voor het aantal aanwezige kinderen, niet noodzakelijkerwijs buiten spelend. Echter, vooraf is niet uit te sluiten dat kinderen voor wie een overeenkomst is aangegaan, daadwerkelijk aanwezig zullen zijn.
- Het kindercentrum beschikt over vaste buitenruimte
Dit wil zeggen dat de ruimte zonder voorbehoud ter beschikking is van het kindercentrum. Als daarover twijfel bestaat moet een houder dat zo nodig kunnen aantonen, bijvoorbeeld door een beschikking, gebruiksvergunning of – overeenkomst te tonen. Als ruimte wordt gedeeld moet erin voorzien zijn dat voor de buitenschoolse opvang kinderen de benodigde ruimte ter beschikking is.
Vast wil zeggen dat er geen twijfel is welke buitenruimte beschikbaar is voor het kindercentrum. Dat wordt dus niet per keer bepaald.
- De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend of anders ligt deze in de directe nabijheid.
Aangrenzend heeft de voorkeur. Als dat niet geval is mag dat niet leiden tot belemmering van buitenspelen. Directe nabijheid duidt op zeer dichtbij. Aan de overige voorwaarden (toegankelijk en veilig bereikbaar) moet daarbij dan ook worden voldaan. Denk daarbij aan de mogelijkheid tot toezicht op de kinderen, sanitaire/hygiënische zaken en de veiligheid van de kinderen. De houder blijft verantwoordelijk voor het kind gedurende de opvangtijd, ook als een ouder schriftelijk verklaard dat een kind bepaalde verantwoordelijkheden zelf aan kan.
- De buitenspeelruimte is toegankelijk en veilig bereikbaar.
Toegankelijk betekent dat de buitenspeelruimte zo gesitueerd is dat de kinderen onvoorwaardelijk naar de buitenspeelruimte kunnen en er geen obstakels zijn om buiten te kunnen spelen. Veilig bereikbaar betekent dat de houder risico’s uitsluit, bijvoorbeeld als sprake is van een drukke weg tussen BSO en niet aangrenzende speelplaats. Daarnaast heeft de houder zo nodig risico’s in het veiligheidsbeleid opgenomen.
Verwijzing naar wet- en regelgeving
Artikel 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang