Wanneer mag een BBL’er formatief worden ingezet?

Wanneer mag een BBL'er formatief worden ingezet?

De eisen zijn verschillend voor de dagopvang en voor de buitenschoolse opvang. 

Eisen aan de formatieve inzet van BBL-ers staan in de wetgeving en in de cao Kinderopvang. 

 

Cao (dagopvang en buitenschoolse opvang) 

BBL-leerlingen mogen (in geval van een normatieve opleidingsduur van drie jaar) gedurende de eerste twee jaar van hun opleiding oplopend van 0 naar 100% formatief worden ingezet. 

De werkgever moet op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider de formatieve inzetbaarheid bepalen en schriftelijk vastleggen voor welk percentage een BBL’er formatief kan worden ingezet. In het derde opleidingsjaar mag de BBL-er zonder meer voor 100% worden ingezet. In geval van een andere opleidingsduur worden de fase en ingangsdatum ervan bepaald op basis van informatie van de opleiding. 

De toezichthouder beoordeelt of het vastgelegde percentage overeenkomt met de inzet van de BBL’er in de praktijk. Zie ook de informatie onder ‘Achtergrond’ 

 

Wetgeving: 

Voor de inzet van BBL-ers in zowel de dagopvang als de buitenschoolse opvang gelden de volgende aanvullende eisen: 

  1. Er is een begeleidingsplan, waarmee de beroepskracht in opleiding, de praktijkbegeleider en de opleidingsbegeleider schriftelijk hebben ingestemd. Dit plan gaat in op hoe de beroepskracht in opleiding op verantwoorde wijze formatief kan worden ingezet en welke afspraken over de begeleiding zijn gemaakt.  

  1. Maximaal de helft van de benodigde formatie op het kindercentrum bestaat uit beroepskrachten in opleiding. 

 

Voor de inzet van BBL-er in de dagopvang geldt daarnaast: 

  1. Bij iedere formatieve inzet van een beroepskracht in opleiding moet altijd ten minste een tweede gekwalificeerde beroepskracht ingezet zijn op de stamgroep, naast de beroepskracht in opleiding. 'Per dag ingezet’ betekent: ingeroosterd als beroepskracht voor de betreffende stamgroep. Rekening houdend met de afwijkingen in verband met de arbeidstijden en de pauzetijden. 

 

Verwijzing naar wet- en regelgeving 

Besluit Kwaliteit Kinderopvang artikel 7 lid 8, 9 en 11 

Besluit Kwaliteit Kinderopvang artikel 16 lid 7 en 8  

Regeling wet Kinderopvang artikel 9  

Regeling wet Kinderopvang artikel 9c 

Schema in bijlage 9 – Inzetbaarheid en salariëring student-werknemers (Op grond van artikel 8.6 cao Kinderopvang 2024-2025)  

 

Gerelateerde FAQ's: 

– Mag een bbl’er alleen op de groep staan? 

– Welke eisen worden gesteld aan het begeleidingsplan voor beroepskrachten in opleiding? 

 

Achtergrond 

De regels voor inzet van de leerling die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) vind je in de Wko en de cao Kinderopvang. Wko (de definitie), Besluit kwaliteit ('wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden'), Regeling Wko (verwijst naar de cao en maximeert de inzet) en cao (8.6.1 en de bijlage 9). 

De aard van de regeling is dat de BBL'er een leertraject volgt. En dat de leerling nog niet volledig inzetbaar is op onderdelen waarin dat niet verantwoord is. De voorwaarden m.b.t. de scholing staan in de praktijk-leerovereenkomst of ook wel POK (praktijkovereenkomst) genoemd. Een BBL-leertraject bestaat uit leren en werken. Daar hangt het percentage inzet mee samen. De beoordeling van inzetbaarheid stoelt op de opleidingsfases, zoals in bijlage 9 van de cao is beschreven. In het derde jaar is de BBL'er formatief elk geval voor 100% inzetbaar. In het eerste twee jaar oplopend van 0 naar 100%, overeenkomend met de opleidingsfases die overeenkomen met het leerjaar. Bij een gecomprimeerde opleiding (jaren zijn in elkaar geschoven), is het mogelijk dat de opleidingsfases ook in elkaar kunnen zijn geschoven.  
 
De houder moet een verantwoord beleid voeren. Een BBL'er die voor 25% in de formatie wordt ingeroosterd staat dus 75 % boven-formatief op de groep. Dat is bijvoorbeeld tijd om het leertraject uit te voeren. Bij een inzet van 50% staat de BBL'er (bijvoorbeeld) 2 dagen op de groep in-tallig en twee dagen boventallig. Hoewel de invulling niet exact is genormeerd is de bedoeling wel duidelijk: vormgeven aan een leertraject van een student die het vak moet leren, waarbij betaald een leertraject wordt gevolgd en tegelijk praktijkervaring wordt opgedaan.   
 
Wat betreft het vastleggen door de houder. Er staat in bijlage 9 van de cao: de houder stelt de formatieve inzet in fase 1 en fase 2 (overeenkomstig eerste en tweede leerjaar) vast op basis van informatie van de opleidings- en praktijkbegeleider en legt deze schriftelijk vast. Daar is geen vormvoorschrift voor vastgelegd.