Onderwerpen waarbij de houder ouders om advies moet vragen

Oudercommissie Gewijzigd: 10 februari 2023

Over welke onderwerpen moet een houder ouders of de oudercommissie in staat stellen advies uit te brengen over een voorgenomen besluit?

Een houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau stelt de oudercommissie of ouders ingeval van gelegitimeerde alternatieve ouderraadpleging, in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over de volgende onderwerpen: 

  • het organiseren van de kinderopvang op een wijze die redelijkerwijs leidt tot verantwoorde kinderopvang;
  • het pedagogisch beleid dat wordt gevoerd;
  • het algemene beleid op het gebied van opvoeden;
  • voedingsaangelegenheden van algemene aard;
  • het algemene beleid veiligheid en gezondheid waaronder het vierogenprincipe;
  • de openingstijden;
  • het beleid m.b.t. het aanbieden van voorschoolse educatie;
  • de vaststelling of wijziging van een regeling voor de behandeling van klachten;
  • wijziging van de prijs van de kinderopvang.

Nb.: Als de houder geen verplichting heeft tot het instellen van een oudercommissie dient de houder ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze te betrekken bij bovenstaande onderwerpen. Dit is de zogenaamde alternatieve ouderraadpleging.

 

Toelichting:

De toezichthouder ziet toe of adviesrecht bij alternatieve ouderraadpleging. Het gaat dan om alternatieve ouderraadpleging op grond van Wko 1.58 lid 3, die legitiem is (d.w.z. wettelijk gegrond; voldaan wordt aan de voorwaarden in Wko 1.58 lid 1 en 2). Beoordeeld wordt o.a. of: "de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze betrekt bij de onderwerpen, bedoeld in artikel 1.60, eerste lid."

Op het aard van het adviesrecht van de oudercommissie wordt in beginsel niet toegezien. Dat is omdat Wko art 1.60 lid is uitgesloten van toezicht (toezicht is gebaseerd op Wko art 1.61 lid 1 onder a). Een oudercommissie die niet niet tevreden is met het adviesrecht kan, als een houder geen gehoor geeft, zich wenden tot de Geschillencommissie, op basis van Wko art 1.57c lid 1 onder a.     

Verwijzing naar wet- en regelgeving:

Wet kinderopvang: artikel 1.58 lid 2 en 3 en 1.60 eerste lid