Is het mogelijk om een aanvraag voor exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau af te wijzen omdat er een handhavingstraject bij een ander kindercentrum of gastouderbureau van deze houder loopt?
Ja, dat kan. De GGD onderzoekt bij een aanvraag voor de exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau of deze redelijkerwijs aan de wettelijke eisen zal voldoen. Dit houdt in dat de GGD onder andere onderzoekt of de houder naar verwachting verantwoorde kinderopvang/gastouderopvang zal aanbieden. Hierbij speelt ook een rol hoe de nalevingsbereid van de houder is bij andere locaties. Zo kun je voorkomen dat een houder een nieuwe locatie opent terwijl bij een andere locatie van diezelfde houder een handhavingstraject loopt.
Hierbij moet het wel gaan om zaken die essentieel zijn voor de kwaliteit, zoals de beroepskracht-kindratio en een veilige en gezonde omgeving en waarbij een zwaar handhavingsinstrument is ingezet.
Verwijzing naar wet- en regelgeving:
Artikel 1.49 lid 1 en 3 Wet kinderopvang
Artikel 2, lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang