Is er sprake van gastouderopvang indien opvang plaats vindt in losstaande “schuur”
Er is sprake van gastouderopvang indien de situatie overeenkomt met de definitie van gastouderopvang zoals in de wet omschreven:
Artikel 1.1 Wko
"gastouderopvang: kinderopvang:
a. die plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau;
b. die plaatsvindt in een gezinssituatie door een ander dan degene die als ouder op grond van artikel 1.5, eerste lid, aanspraak kan maken op een kinderopvangtoeslag of diens partner;
c. waarbij de opvang plaatsvindt:
1°. op het woonadres van de gastouder,
2°. op het woonadres van een van de ouders van de kinderen voor wie de gastouder opvang biedt, dan wel
3°. op twee of meer van deze woonadressen; en.."
In hoeverre er bij een aparte ruimte waar kinderen worden opgevangen door een gastouder, sprake is van gastouderopvang in de zin van de wet, hangt van een aantal factoren af:
– De ruimte moet behoren tot het woonadres waar de opvang plaatsvindt, uitgaande van de gemeentelijke basisregistratie.
– Er moet sprake zijn van opvang in een gezinssituatie. Dit betekent dat de opvang (deels) in het gezin van desbetreffende opvangadres, moet plaatsvinden. Dit kan op velerlei manieren en is niet per definitie gebonden aan het huis. Denk bv aan gezamenlijk gebruik van de tuin met het gezin, huisdieren of eigen kinderen die ook aanwezig zijn tijdens de opvang.
VNG gaat ook uit van woonadres. Gezinssituatie is moeilijk te vatten in een vaste denklijn. De grens met een kleinschalig kindercentrum is klein. Welke vorm het is, is uiteraard voor voor de houder van belang. Maar in beide gevallen moet het gaan om de kwaliteit van de opvang voor kinderen.
De toezichthouder voert de inspectie uit, omschrijft de feitelijke situatie in het rapport en aan de hand daarvan bepaalt de gemeente de uitkomst.