Oordeel en advies handhaven bij ontbreken oudercommissie

Oudercommissie Gewijzigd: 02 oktober 2024

Hoe beoordeelt een toezichthouder de voorwaarde ‘instellen oudercommissie’ (Wko 1.58 lid 1) indien een houder geen oudercommissie heeft ingesteld en daar wel aantoonbaar moeite voor heeft gedaan maar geen recht heeft op alternatieve ouderraadpleging?  Welk advies geeft de toezichthouder aan de gemeente?     

Een houder moet (binnen 6 maanden na registratie) uitvoering geven aan het ouderadviesrecht.

Indien een houder méér dan 50 geplaatste kinderen op een (per LRK-nummer geregistreerd) kindercentrum heeft of méér dan 50 gekoppelde gastouders, dan dient de houder een oudercommissie in te stellen. In dit geval heeft de houder in beginsel geen recht op alternatieve ouderraadpleging. 
  
Als de houder geen oudercommissie heeft ingesteld, dan voldoet de houder niet aan de Wet Kinderopvang. 
Dit betekent dat de toezichthouder de voorwaarde 'de houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in' als onvoldoende beoordeeld.

Er kunnen zich omstandigheden voordoen dat de houder er alles aan heeft gedaan om een oudercommissie in te stellen maar dat dit niet is gelukt. Om te beoordelen of je in dit geval een advies ‘Niet handhaven’ zou kunnen geven, is van belang om zowel:

  1. te beoordelen welke inspanning de houder heeft verricht om een oudercommissie in te stellen. Heeft de houder er alles aan gedaan om een oudercommissie in te stellen?

Welke inspanningsmaatregelen worden minimaal van de houder verwacht:

  • aandacht voor de oudercommissie op website houder;
  • aandacht voor de oudercommissie door middel van duidelijk zichtbare informatie op de locatie;
  • aandacht voor de oudercommissie in de kwartaalnieuwsbrieven (of ander communicatiemiddel richting ouders);
  • aandacht voor de oudercommissie aantoonbaar opgenomen als onderdeel van de intakeprocedure;
  • aandacht voor de oudercommissie tijdens periodieke ouderavonden (in groepsverband) aan te tonen door verslag;
  • de beroepskrachten zijn op de hoogte van het doel en belang van de oudercommissie en kunnen ouders hierover informeren.
  1. te beoordelen welke inspanning de houder heeft verricht om de ouders bij gebrek aan een oudercommissie toch effectief inspraak te geven. De houder heeft bijvoorbeeld ouders aantoonbaar voldoende betrokken bij onderwerpen waarop de oudercommissie adviesrecht heeft. Hierdoor kan een redelijke manier van inspraak zijn gewaarborgd.
  1. te beoordelen of de houder beleid heeft waarmee hij waarborgt dat ouders ook in de toekomst aantoonbaar voldoende worden betrokken bij onderwerpen waarop de oudercommissie adviesrecht heeft zolang er geen oudercommissie is of kan worden ingesteld.

Of de houder aan deze inspanningen heeft voldaan, dient de toezichthouder per specifieke situatie te beoordelen. Als de toezichthouder tot dit oordeel komt, dan kan de toezichthouder de gemeente het advies geven in dit specifieke geval niet te handhaven. Hierbij beschrijft de toezichthouder de specifieke omstandigheden.

Ook al voldoet de houder aan de hierboven genoemde punten, de houder houdt de verplichting om een oudercommissie tot stand te brengen. Dit is een inspanningsverplichting die blijvend is. Daarom is het belangrijk om bij het jaarlijks onderzoek dit item te blijven beoordelen.

 Deze FAQ is afgestemd met de VNG d.d. 8 juli 2024