Beoordeling (on)voldoende binnenspeelruimte in relatie tot het aantal kindplaatsen VGO

Hoe beoordeel je (on)voldoende binnenspeelruimte in relatie tot het aantal kindplaatsen bij een gastouder?

De wet stelt als eis dat er voldoende speel- en slaapruimte is voor kinderen, waaronder begrepen een afzonderlijke slaapruimte voor kinderen tot anderhalf jaar. Wat onder het begrip ‘voldoende’ valt, is niet omschreven in de wet.

Situatie 1: LRK 5 kindplaatsen, 5 kinderen aanwezig

In het geval je als toezichthouder tijdens je onderzoek tot het oordeel komt dat de speelruimte niet geschikt is voor het aantal kindplaatsen zoals in het LRK geregistreerd, zal je als toezichthouder voldoende concreet en gedetailleerd moeten omschrijven waarom jij tot die conclusie bent gekomen. De gastouder is bijvoorbeeld met vijf kindplaatsen in het LRK geregistreerd en op moment van onderzoek zijn er ook vijf kinderen aanwezig. Als toezichthouder ben jij van oordeel dat er onvoldoende speelruimte is voor vijf kinderen. Je rapporteert een overtreding op artikel 14 lid 1 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang.

De zorgvuldigheid vereist dat je als toezichthouder beschrijvend vastlegt wat je tijdens het onderzoek hebt waargenomen en waarom jij van oordeel bent dat de speelruimte niet voldoende is voor het aantal kindplaatsen zoals in het LRK geregistreerd. Je kunt bijvoorbeeld omschrijven dat gelet op de grootte van de speelruimte de persoonlijke competentie in dit specifieke geval onvoldoende geborgd is omdat de kinderen te weinig speelruimte hebben.  

Dit betekent dat de houder van het GOB het aantal kindplaatsen naar beneden moet bijstellen (op grond van art. 1.47 lid 1 Wko). Deze wijziging moet het GOB direct doorgeven aan de gemeente.

Situatie 2: LRK 4 kindplaatsen, 5 kinderen aanwezig

De situatie kan ook voorkomen dat een gastouder met vier kinderen in het LRK is geregistreerd maar op moment van het onderzoek zijn vijf kinderen aanwezig. Dit betekent dat de gastouder meer kinderen opvangt dan zij conform LRK mag opvangen. 

Indien jij als toezichthouder van oordeel bent dat deze voorziening niet voldoende speelruimte heeft voor het aantal kinderen zoals in het LRK geregistreerd, zal je deze situatie ook voldoende concreet en gedetailleerd moeten omschrijven. Je rapporteert een overtreding op artikel 14 lid 1 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang.

Wijzigingen doorgeven GOB (art. 1.47 lid 1 Wko)
De houder van het GOB moet wijzigingen direct doorgeven aan de gemeente. Indien de houder de wijziging niet direct indient bij de gemeente, overtreedt de houder GOB artikel 1.47 lid 1 Wko in samenhang met artikel 7 lid 2 Besluit landelijk register kinderopvang. Deze overtreding constateert de toezichthouder bij een onderzoek bij het GOB.

Verwerken in inspectierapport VGO
In het inspectierapport geef je bij het advies aan de gemeente aan dat de gegevens uit het LRK niet overeenkomen met de praktijk. Schrijf dit bij de toelichting bij het advies. Indien sprake is van een overtreding is dan rapporteer je dit bij de betreffende voorwaarde. Is er geen sprake is van een overtreding bij de gastouder maar wel bij het GOB  dan beschrijf je de situatie in de beschouwing en geef je toelichting bij het advies aan de gemeente. 

 

 

 

Deze FAQ is afgestemd met VNG Realisatie.