Inzet BOL stagiair in de zomervakantie

Kan een BOL’er zonder praktijkovereenkomst in de zomerperiode worden ingezet?

Ja dat kan, bijvoorbeeld als vakantiewerker, mits sprake is van een student en aan de voorwaarden van de cao wordt voldaan.

 

 

In artikel 8.6.3. van de cao (formatieve inzet ‘andere studenten’[1]) wordt geregeld dat bol’ers en hbo niet-duaal studenten onder voorwaarden kunnen worden ingezet bij ziekte en in hun schoolvakantie, waarin onderscheid wordt gemaakt in voorwaarden voor hbo en mbo studenten.

 

Voor de inzet op grond van artikel 8.6.3 cao van bol’ers en hbo’ers niet-duaal in de zomer geldt:

 

  • De student beschikt over een inschrijving bij een opleiding voor het schooljaar waarin inzet plaatsvindt (bijvoorbeeld onderwijsovereenkomst of bewijs van inschrijving).
  • De student mag nooit alleen op de groep staan, behalve tijdens de pauzes.
  • Een mbo student die het eerste jaar heeft afgerond kan in de zomervakantie worden ingezet. Afronding van het programma blijkt bijvoorbeeld uit een overgangsbewijs naar het tweede leerjaar. Deze beperking geldt niet voor hbo niet-duaal studenten.
  • De mbo-student mag uitsluitend op de stagelocatie ingezet worden.
  • Er is in alle gevallen een arbeidsovereenkomst als de formatieve inzet plaatsvindt.
  • Bijlage 9 van de cao kinderopvang is van toepassing.
  • Vanzelfsprekend zijn ook artikel 9 en 9c Regeling wet kinderopvang van toepassing.

 

Afgestemd met VNG (ML) op 22 juni 2022.
 

Bevestiging d.d. 24 mei 2023 door FCB in overleg met branchepartijen. ‘Voor wat betreft inzet in de zomervakantie gaat het om inzet bij de stagelocatie waar de stagiair aansluitend aan de stageperiode in de zomervakantie bij de stagelocatie blijft werken. Dus niet de zomervakantie voorafgaand aan een (nieuwe) stage.’

 

 

[1]

Een mbo-opleiding anders dan de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) of de derde leerweg (ovo) met een leer-arbeidsovereenkomst. Of: Een hbo-opleiding anders dan de duale leerroute. Waarbij deze opleidingen na afronding van de opleiding de bevoegdheid geven tot het werken als pedagogisch medewerker.