Binnenspeeltoestellen: waar let je op als toezichthouder?
Speelgoed moet in Nederland aan de (strenge) eisen van het Warenwetbesluit speelgoed 2011 en de Speelgoedrichtlijn 2009/48/EG voldoen. Maar de verplichte CE-markering geeft geen garantie dat het speelgoed altijd volkomen veilig is. Het assortiment speelgoedartikelen is zeer groot en wisselt snel. De houder is verantwoordelijk voor veilig gebruik door de doelgroep kinderen ouder dan of jonger dan 3 jaar en moet dus kritisch kijken naar de speelmaterialen.
Wettelijke relevante eisen rondom speelgoed, o.a.:
-
– Speelgoed bestemd voor kinderen jonger dan 36 maanden mag volgens wettelijke eisen geen kleine onderdelen bevatten. Er mogen ook geen kleine onderdelen vanaf getrokken kunnen worden of vanaf breken als het speelgoed valt.
-
– Ballen en zuignapjes moeten zo groot zijn dat ze de luchtpijp niet kunnen blokkeren. Dit is groter dan 4,45 cm. Denk hierbij niet alleen aan zuignapjes aan speelgoed, maar ook aan bijvoorbeeld zonneschermen in auto's.
-
– Speelgoed en materiaal gebruikt in speelgoed moet (visueel) schoon zijn en vrij van ongedierte.
-
– Speelgoed mag geen scherpe randen of punten bevatten.
-
– Uitstekende delen van speelgoed waar kinderen op kunnen vallen (bijv. holle buis van een stuur) moeten beschermd zijn.
-
– Bewegende delen die t.o.v. elkaar kunnen bewegen (bijv. schaarmechanismen kinderwagens) mogen geen beknelling van o.a. vingers kunnen opleveren.
-
– Batterijen van elektrisch/elektronisch speelgoed mogen niet bereikbaar zijn.
-
– De afmetingen van magneten of speelgoed met magneten moeten groter moeten zijn dan 3 cm.
-
– Koorden aan speelgoed mogen niet langer zijn dan 22 cm (voor kinderen jonger dan 18 maanden) en 30 cm (voor kinderen tussen 18 maanden en 3 jaar).
Risico’s met potentieel grote gevolgen voor kinderen die spelen met speelmateriaal:
-verstikking
–inslikken met ernstig of dodelijk letsel als gevolg
-beknelling van hoofd, vingers of andere lichaamsdelen
-door onjuist gebruik schade aan (vitale) lichaamsonderdelen
Waar kun je als toezichthouder concreet op letten?
-
– Touwtjes, koordjes of vergelijkbaar materiaal zijn (bereikbaar voor het kind) niet langer dan 22 cm
-
– Losse onderdelen met een doorsnede kleiner dan 3,5 cm kunnen verstikkingsgevaar opleveren
-
– Laat jonge kinderen niet alleen met (onopgeblazen) ballonnen spelen i.v.m. verstikkingsgevaar
-
– Speelgoed met magneten kunnen gemakkelijk loslaten. Ingeslikte magneten kunnen in het lichaam elkaar aantrekken en daardoor ernstig of zelfs dodelijk letsel (darmperforatie) veroorzaken. Dit kan alleen indien meer dan 1 magneet (1 magneet en iets van metaal)wordt ingeslikt
-
– Geen speelgoed met harde geluiden voor jonge kinderen die hier nog niet mee kunnen omgaan i.v.m. mogelijke oor schade
-
– Gladde, afgeronde hoeken, geen splinters (beukenhout is beter dan vurenhout) en, geen scherpe randen
-
– Geen bijtringen, rammelaars en spenen (en ander sabbelspeelgoed) van voor 2000 i.v.m. hoeveelheid weekmakers
-
– Afspraken met beroepskrachtent en kinderen over gebruik van speelmateriaal
-
– Aanwezigheid batterijen
Deze maatregelen zijn dus niet per definitie verplicht, maar een hulpmiddel voor een toezichthouder om te kijken naar potentiële risico’s rondom bovengenoemde onderwerpen en hoe deze zijn omschreven met gepaste maatregelen in het veiligheidsbeleid.
Bron: Veiligheid.nl