Hoe beoordeel je opvang indien je (huis-)dieren aantreft bij gastouder of kindercentrum, agrarische opvang of als de kinderboerderij wordt bezocht?
Als toezichthouder beoordeel je of tijdens de opvang in de praktijk de veiligheids- en gezondheidsrisico’s duidelijk zijn omschreven. Ook beoordeel je of er (door de gastouder of kindercentrum) acties worden genomen om de risico's, in dit geval rondom de aanwezigheid van of bezoek aan (huis-)dieren, te verkleinen.
Hierbij is het belangrijk om als toezichthouder aan de volgende punten aandacht te besteden:
– Staan er risico’s in de inventarisatie omschreven omtrent het contact met (huis) dieren?
– Zijn deze risico’s realistisch en goed geïnventariseerd?
– Zijn veiligheids- en gezondheidsrisico’s rondom het contact met (huis)dieren voldoende verkleind?
Denk aan risico’s rondom (hand)hygiëne in combinatie met contact met dieren, rondom het dierverblijf, risico’s op bijt- en krab incidenten, het risico op contact met dieren zonder toezicht van volwassene.
Relevante wet- en regelgeving:
Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang art 11 lid 3
Besluit kwaliteit kinderopvang art 4 en 13
Meer informatie ook (kinder-) boerderijdieren en risico's bij agrarische opvang
Hygiënerichtlijn voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang | RIVM
Algemeen huisdieren:
Huisdieren | RIVM