Incidentele inzet BOL stagiaire

Kan een stagiaire incidenteel ingezet worden binnen de benodigde formatie?

Een student mag volgens artikel 8.6.3 van de cao Kinderopvang incidenteel worden ingezet als hij/zij één van de volgende opleidingen volgt:

  • Een mbo-opleiding anders dan de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) of de derde leerweg (ovo) met een leer-arbeidsovereenkomst.
  • Een hbo-opleiding anders dan de duale leerroute.

Deze incidentele inzet in de cao heeft als voorwaarde dat:

  • de inzet plaatsvindt op basis van een arbeidsovereenkomst conform de cao
  • de inzet gericht is op vervanging van een pedagogisch medewerker die ziek is
  • plaatsvindt tijdens schoolvakanties van de student.

Het mag dus niet gaan om langdurige en/of structurele vervanging.

Hiervoor gelden ook de volgende aanvullende randvoorwaarden:

  • De student mag nooit alleen op de groep staan, uitgezonderd pauzes;
  • De mbo-student mag niet worden ingezet tijdens het eerste leerjaar;
  • De mbo-student kan uitsluitend worden ingezet op de eigen stage locatie.

Verder moet de inzetbaarheid van de student, net als bij de BBL’er, door de houder zijn beoordeeld op basis van bijlage 9 (inzetbaarheid studenten) in de cao. De werkgever moet de inzetbaarheid van de student hebben vastgesteld op basis van informatie van de opleiding- en praktijkbegeleider en deze moet schriftelijk zijn vastgelegd. In de eerste twee fases (doorgaans leerjaar 1 en 2) van de student wordt de inzetbaarheid ingeschat oplopend van 0 naar 100%.

Verdere informatie kan een houder bij de werkgeversorganisatie of cao partijen opvragen. De toezichthouder beoordeelt niet inhoudelijk de inzet, maar wel of de houder rekening houdt met de eisen die aan de formatieve inzet in de cao worden gesteld. 

De stagiaire die conform het bepaalde in de cao kinderopvang wordt ingezet blijft stagiaire in de zin van de Wet kinderopvang. 

Zie ook de FAQ: "Hoe bereken je de verhouding tussen pedagogisch medewerkers en beroepskrachten in opleiding en stagiairs", voor informatie over de tijdelijke verruiming van de 33% regeling (tot 1 juli 2026) en het verschil in naamgeving en verschil in positie in cao en Wko, tussen beroepskracht in opleiding en bol'ers die worden ingezet binnen de formatie.