Is het mogelijk om anders dan op basis van een inspectieonderzoek een locatie of gastouder te verwijderen uit het Landelijk Register Kinderopvang?
Ja, dat is mogelijk. Het college kan in de volgende gevallen, anders dan op basis van een GGD inspectierapport, besluiten om een exploitatievergunning in te trekken en vervolgens de voorziening uit het Landelijk Register Kinderopvang te verwijderen:
– als blijkt dat de exploitatie niet (meer) in overeenstemming is met de kwaliteitseisen (veilige en gezonde kinderopvang) uit de Wko en de regels over de oudercommissie als opgenomen in de Wko.
Het niet voldoen aan de eisen van het bestemmingsplan valt hier bijvoorbeeld niet onder. Dit komt omdat het niet voldoen aan het bestemmingsplan niet direct betekent dat de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang in gevaar is. Wel kun je denken aan bijvoorbeeld signalen van de politie, Veilig thuis of het Centrum voor Jeugd en Gezin waaruit blijkt dat de veiligheid en gezondheid van kinderen in gevaar is.
– als blijkt dat de voorziening niet langer wordt geëxploiteerd en geen sprake is van een houderwijziging.
– op verzoek van de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau.
Verwijzing naar wet- en regelgeving:
– Artikel 1.46, lid 5 en 6 Wet kinderopvang
– Artikel 1.47 lid 3 Wet kinderopvang
– Artikel 8 lid 1 Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang