Ouders informeren over het te voeren beleid

Informatie (aan ouders) Gewijzigd: 02 oktober 2024

Over welke onderdelen van 'het te voeren beleid' moet informatie aan ouders worden verstrekt door de houder van kindercentrum of gastouderbureau?

In de Wet kinderopvang en de daaraan gerelateerde regelgeving zijn de kwaliteitseisen geformuleerd in de artikelen 1.48d t/m 1.60. De houder moet de ouders informeren hoe hieraan wordt voldaan. Bij de beoordeling daarvan gaat het erom of de informatie aan ouders voldoende concreet is om ouders (en eenieder die daarom verzoekt) een goed beeld te geven hoe kwaliteitseisen zijn vormgegeven en hoe dit in de praktijk (de werkwijze) wordt uitgevoerd. Verwijzen naar het bestaan van beleid is zich nog geen concrete informatie, maar kan voldoen als bijvoorbeeld de hoofdlijnen helder zijn en duidelijk is hoe de ouder zich verder kan verdiepen.

Achtergrond

Er is geen allesomvattende of eenduidige opsomming te geven waarover de houder exact informatie dient te geven. Maar de eerste artikelen in de genoemde paragraaf over de kwaliteitseisen (kinderopvang art 1.49 lid 1 & 1.50 lid 1 en gastouderopvang 1.56 lid 1 & 1.56 lid 1) bieden een handvat. Deze omvatten namelijk de eis dat de houder verantwoorde kinderopvang moet bieden die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling in een veilige en gezonde omgeving. De houder moet daartoe een verantwoord (kwaliteits-)beleid voeren.

In de rest van paragraaf 2 zijn ook nog verschillende eisen opgenomen, zoals over de verklaringen omtrent gedrag, opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling, opvang in een veilige en gezonde omgeving, beleid met betrekking tot signaleren van kindermishandeling of-misbruik, een meldcode en de meldplicht, ouderrecht en het inspectierapport.
Het informeren van ouders over het inspectierapport (1.54 lid 2& 1.54a lid 2) klachtenregeling (art 1.57b lid 8), geschillencommissie (art 1.57c lid 2) zijn echter als meer expliciete voorwaarden ook nog apart opgenomen in de regelgeving.

Het gaat erom dat de houder ouders voldoende informeert over het specifieke beleid dat kenmerkend is voor de houder. Je kunt daarbij de gehele paragraaf over kwaliteitseisen betrekken. Soms is een belangrijk deel van het beleid van de houder verantwoord in het pedagogisch beleidsplan. Indien de houder hiernaar verwijst en het (recent) pedagogisch beleidsplan is inzichtelijk voor ouders, dan kan dat voor de daarin genoemde onderdelen ook voldoen.

Verwijzing naar wet- en regelgeving:

Wet kinderopvang artikel 1.54 (kindercentrum), 1.54a lid 1 (gastouderbureau)